Strengere Europese aanpak watervervuiling: nieuw akkoord over schadelijke stoffen
De Raad van de Europese Unie en het Europees Parlement hebben een voorlopig politiek akkoord bereikt over de actualisering van de lijsten met verontreinigende stoffen in oppervlakte- en grondwater. Met dit akkoord worden nieuwe normen ingevoerd, bestaande normen aangescherpt en monitoring verbeterd.
Nieuwe stoffen op de prioriteitenlijst
Het akkoord breidt de lijst van prioritaire stoffen aanzienlijk uit. Naast bestaande verontreinigende stoffen komen er nu ook nieuwe groepen bij, waaronder:
- PFAS (de zogeheten “forever chemicals“), met een strenge nieuwe norm voor
25 stoffen in oppervlaktewater en 4 stoffen in grondwater; - Trifluorazijnzuur (TFA), een afbraakproduct van bepaalde PFAS;
- Bisfenol-A, dat wordt aangemerkt als gevaarlijke prioritaire stof;
- Diverse pesticiden en afbraakproducten;
- Geneesmiddelen zoals pijnstillers, ontstekingsremmers en bepaalde antibiotica.
Voor sommige stoffen die door eerdere maatregelen niet langer op EU-niveau relevant zijn, zoals atrazine, vervalt de prioriteitsstatus. Tegelijk worden normen voor andere stoffen aangescherpt.
Sterkere monitoring en rapportage
Een belangrijk onderdeel van het akkoord is de verbetering van monitoring en rapportage. Lidstaten worden verplicht om:
- Elke drie jaar biologische data te rapporteren over de gezondheid van aquatische ecosystemen;
- Elke twee jaar chemische data over oppervlakte- en grondwater aan te leveren (met een jaarlijkse rapportage als vrijwillige optie);
- Elke zes jaar verslag te doen over de algemene toestand van waterlichamen, in lijn met de stroomgebiedbeheersplannen.
Daarnaast wordt effect-based monitoring (EBM) ingevoerd. Deze innovatieve methode kijkt niet alleen naar afzonderlijke stoffen, maar naar de gecombineerde effecten van chemische mengsels op ecosystemen. Voor oestrogene stoffen wordt een gerichte toepassing van EBM gedurende twee jaar verplicht gesteld.
Om lidstaten te ondersteunen, wordt onderzocht of er een gezamenlijke EU-monitoringsfaciliteit kan worden opgezet.
Heldere regels rond verslechtering en uitzonderingen
Op grond van de Kaderrichtlijn Water (KRW) geldt al langer dat de kwaliteit van rivieren, meren en grondwater niet achteruit mag gaan. Eerder stond dit verbod vrij algemeen in de richtlijn, maar in het nieuwe akkoord wordt het nu concreet vastgelegd, in lijn met bestaande uitspraken van het Europees Hof van Justitie.
Tegelijk zijn er twee beperkte uitzonderingen toegestaan:
- Wanneer de achteruitgang tijdelijk en van korte duur is;
- Wanneer vervuiling wordt verplaatst, maar de totale hoeveelheid niet toeneemt.
Voor drinkwater blijven daarbij extra strenge veiligheidsregels gelden.
Deadlines en naleving
De lidstaten krijgen tot 2039 de tijd om te voldoen aan de nieuwe normen voor zowel oppervlakte- als grondwater, met een mogelijke strikte verlenging tot 2045. Voor stoffen waarvoor nu al strengere normen gelden in oppervlaktewater, geldt een kortere deadline: 2033. De verplichting om gevaarlijke prioritaire stoffen binnen twintig jaar geleidelijk uit te bannen blijft gehandhaafd.
Vervolgstappen
Het voorlopige akkoord wordt de komende maanden formeel bekrachtigd door zowel de Raad als het Europees Parlement. Daarna hebben lidstaten tot 21 december 2027 om de richtlijn in nationale wetgeving om te zetten.
Achtergrond
Uit gegevens van de stroomgebiedbeheersplannen blijkt dat momenteel slechts 54% van de oppervlaktewateren en 76% van het grondwater in de EU een goede chemische toestand heeft. Grote verschillen tussen lidstaten, tekortkomingen in de lijst van stoffen en onvoldoende monitoring lagen daaraan ten grondslag. De herziening van de richtlijn speelt daarom een sleutelrol in het versterken van de Europese waterresistentie.
Bron:
Better protection of surface and groundwater to strengthen EU water resilience – Bericht Europese Commissie
Water pollution: Council and Parliament reach provisional deal to update priority substances in surface and ground waters – Bericht Raad van de Europese Unie
Door:
Leah Corsmit, Huis van de Nederlandse Provincies.