Commissaris Arthur van Dijk ontmoet Comitépresident Vasco Alves Cordeiro
Arthur van Dijk, de voorzitter van de Nederlandse delegatie bij het Europees Comité van de Regio’s, heeft voorafgaand aan de 161e plenaire zitting op 19 juni 2024 een ontmoeting gehad met Vasco Alves Cordeiro, de president van het Europees Comité van de Regio’s.
Foto’s © Europees Comité van de Regio’s
Ontmoeting
Tijdens de 161e plenaire vergadering van het Europees Comité van de Regio’s, op 19 juni 2024, heeft Arthur van Dijk, de delegatieleider van de Nederlandse delegatie in het Comité,een ontmoeting gehad met Vasco Alves Cordeiro, de president van het Comité. Het was hun eerste ontmoeting.
Tijdens de ontmoeting spraken Van Dijk en Cordeiro over de rol van decentrale overheden in de nieuwe Europese mandaatperiode omdat vooral uitvoering van EU wet- en regelgeving steeds belangrijker wordt. Ook de goede samenwerking tussen het Comité en de Nederlandse delegatie werd herbevestigd. President Cordeiro deelde tegelijkertijd ook zijn zorgen over de continuïteit van het Europese cohesiebeleid.
Van Dijk: “De ontmoeting met Cordeiro was zeer positief. Het Europees Comité van de Regio’s is een belangrijk adviesorgaan van de Europese instellingen. Voor ons als Nederlandse provinciale en gemeentelijke bestuurders is het van groot belang om hier goed gebruik van te maken. Wij blijven ons inzetten voor een Europese Unie waar we als partners met elkaar samenwerken: Europese instellingen, lidstaten en decentrale overheden.”
Voorzitterschap en nationale delegaties
Het Europees Comité van de Regio’s kent een mandaatperiode van vijf jaar, waarbij de huidige periode loopt van 2020 tot 2025. Sinds 1 juli 2022 bekleedt Cordeiro, lid van het regionale parlement van de Azoren in Portugal, het voorzitterschap. Cordeiro is de eerste Portugese voorzitter van het Comité en de enige voorzitter van een EU-instelling die uit een ultraperifere, Europese regio komt.
Arthur van Dijk is vanaf januari 2024 de voorzitter van de Nederlandse delegatie. De Nederlandse delegatie bestaat uit twaalf vaste en twaalf plaatsvervangende leden, gelijkelijk verdeeld tussen gemeentelijke en provinciale bestuurders. Het voorzitterschap tijdens een programmaperiode kent een wisseling na tweeënhalf jaar, waarbij zowel een gemeentelijke als een provinciale bestuurder de rol vervullen als voorzitter en vicevoorzitter.
Europees Comité van de Regio’s
Het Europees Comité van de Regio’s is een van de twee officiële adviesorganen van de Europese Unie. Lokale en regionale overheden kunnen hier hun stem laten horen in het besluitvormingsproces van de Europese Unie. Het Europees Comité van de Regio’s werd opgericht met het Verdrag van Maastricht en hield in 1994 zijn eerste vergadering.
De Europese Commissie, het Europees Parlement en de Raad raadplegen het Europees Comité van de Regio’s over nieuwe voorstellen op terreinen die raken aan lokaal en regionaal beleid. Zo bereidt het Europees Comité van de Regio’s adviezen voor op het gebied van milieu, economische en sociale cohesie, grensoverschrijdende samenwerking, (trans-Europees) transport, volksgezondheid, onderwijs en cultuur, werkgelegenheid en sociaal beleid. Daarnaast kan het Comité ook op eigen initiatief adviezen uitbrengen.
In totaal bestaat het Comité uit 329 lokale en regionale vertegenwoordigers, die voor een periode van vijf jaar worden benoemd door de Raad. Nederland heeft twaalf leden en twaalf plaatsvervangers. De helft daarvan bestaat uit provinciale bestuurders, de andere helft wordt gevormd door gemeentelijke bestuurders.
Er zijn zes commissies in het Europees Comité van de Regio’s waar vertegenwoordigers lid van kunnen zijn. De commissies bereiden inhoudelijke adviezen voor:
- CIVEX – Commissie Burgerschap, Governance, Institutionele en Externe Aangelegenheden
- COTER – Commissie Territoriale Samenhang en EU-begroting
- ECON – Commissie Economisch Beleid
- ENVE – Commissie Milieu, Klimaatverandering en Energie
- NAT – Commissie Natuurlijke Hulpbronnen
- SEDEC – Commissie Sociaal Beleid, Onderwijs, Werkgelegenheid, Onderzoek en Cultuur
Door:
Femke Boersma, Huis van de Nederlandse Provincies
Jop van Unnik, Huis van de Nederlandse Provincies