Grensoverschrijdende samenwerking is de kern van het Europese energievraagstuk

 In Klimaat & Energie

“We kunnen de energiecrisis alleen samen oplossen. De COVID-19 crisis heeft ons dit geleerd. We moeten de grenzen niet sluiten, zoals we deden tijdens de pandemie, we moeten ons richten op echte samenwerking.” Met die woorden vatte Dr. Tobias Traupel van het Ministerie van Economische Zaken, Industrie, Klimaatbescherming en Energie van de deelstaat Noordrijn-Westfalen de essentie van het HNP & ITEM Side Event samen. We zouden echter geen crisis nodig moeten hebben om dit te realiseren, volgens Nederlandse Europarlementariër Bas Eickhout: “Regionale overheden begrijpen dit veel beter dan nationale overheden: als we beter willen doen, moeten we samenwerken.”

De energietransitie versnellen

Op 12 oktober 2022 kwamen Europese politici, beleidsmakers, wetenschappers en ondernemers samen om te bespreken hoe de energietransitie verder kan worden versneld, wat de bijdrage van regio’s zou moeten zijn en hoe samenwerking tussen landen en regio’s kan worden versterkt. Het evenement, georganiseerd door zowel het Huis van de Nederlandse Provincies (HNP) als het Institute for Transnational and Euregional cross border cooperation and Mobility (ITEM), ging specifiek in op de samenwerking tussen Nederland, Vlaanderen, Nedersaksen en Noordrijn-Westfalen inzake het energievraagstuk.

In de gezamenlijke openingsspeech van Prof. dr. Anouk Bollen, directeur ITEM, en Arthur van Dijk, de HNP voorzitter, werd duidelijk hoezeer de huidige energiecrisis de Europese regio’s treft. Van Dijk: “Grensoverschrijdende regio’s moeten momenteel veel crises in één keer oplossen. We moeten niet opnieuw het wiel uitvinden, we moeten de grensoverschrijdende samenwerking vergroten.” Wetenschap en kennis spelen een zeer belangrijke rol bij het faciliteren van deze transitie. Bollen zei: “We moeten fundamenteel onderzoek gebruiken en vertalen naar maatschappelijke behoeftes. We zijn ons ervan bewust dat academische studies niet makkelijk behapbaar zijn voor de samenleving. Daarom is het belangrijk dat we hier samen zijn.”

Grensoverschrijdende samenwerking tussen buurtlanden

De panelleden van het eerste panel benoemden voorbeelden van samenwerking tussen Nederland, Vlaanderen, Nedersaksen en Noordrijn-Westfalen. Hoewel er sinds de COVID-19 pandemie stappen zijn gezet en lessen zijn geleerd, is er werk aan de winkel om grensoverschrijdende samenwerking verder te versterken, vooral met betrekking tot het energievraagstuk. Melissa van Hoorn, Gedeputeerde Energie van de Provincie Groningen, benadrukt: “We hebben meer overeenkomsten dan verschillen. Zoveel kwaliteiten in Nederlandse en Duitse cultuur vullen elkaar aan. Deze energiecrisis brengt ons samen en moet leiden tot meer samenwerking.” Traupel deelde deze mening: “We bevinden ons in het economisch sterkste deel van Europa, omdat we zulke sterke buren hebben. We moeten onze krachten gebruiken om crises als deze te boven te komen.”

Het is belangrijk dat er afspraken worden gemaakt waar burgers baat bij hebben en het leven in grensgebieden betaalbaar maken. Daarom moeten projecten die zich hiervoor inzetten, makkelijker worden om uit te voeren. Filip D’havé, de Algemeen Vertegenwoordiger van Vlaanderen in Nederland, zei hierop: “Procedures verschillen sterk in regio’s en landen. Wanneer we onze manieren van werken op elkaar afstemmen, duurt het geen jaren om grensoverschrijdende projecten op te starten. We hebben de kennis om de projecten uit te voeren. We moeten nu de procedures op elkaar afstemmen.

Europese beleidsinitiatieven

Naast Europese wetgeving zoals de Green Deal, het “Fit for 55”-pakket en het REPowerEU-plan, blijkt dat er meer nodig is om Europese regels en wetgeving te vertalen tot concrete plannen die de energietransitie te versnellen. Eickhout benadrukte dit: “Onze economie zal een enorme elektrificatie voor de boeg hebben, vooral met betrekking tot hernieuwbare energiebronnen. Dat vraagt ​​een enorme investering, maar ook een Europees netwerk waar vraag en aanbod samenkomen. We hebben een Europees debat nodig: wat willen we met ons energiesysteem? Helaas voeren we dit gesprek nog steeds niet.”

Om optimaal gebruik te maken van de Europese regelgeving en de energietransitie te realiseren, is betrokkenheid van het publiek belangrijk, aldus Rosalinde van der Vlies, directeur Clean Planet bij de Europese Commissie. Van der Vlies benadrukte: “Een van de grote voordelen van het betrekken van decentrale overheden, is dat je de juiste stakeholders en het publiek direct kunt bereiken. Dit helpt regeringen om de nodige barrières te doorbreken. Een mensgerichte benadering is cruciaal als we succesvol willen zijn in onze energietransitie.

De rol van industrie en onderzoek

Een deel van de oplossingen voor grensvraagstukken komt voort uit de gezamenlijke inspanningen van industrie en wetenschap. De Europese Commissie zet zich in voor het creëren van een pan-Europees innovatie-ecosysteem waarin bedrijven hun activiteiten gemakkelijk over de grenzen heen kunnen uitbreiden. Door voorop te lopen in innovatie, wil Europa de digitale en groene transitie versnellen. Het is essentieel dat Europa strategische autonomie creëert en behoudt binnen de cruciale sectoren rond het energievraagstuk. Philippe Adriaenssens, Policy Director van de European Round Table of Industry, benadrukt: “Bedrijven hebben de productie moeten sluiten of inperken vanwege de energieprijzen. Er is een risico dat ze de EU verlaten. We moeten investeren in een EU-brede energiemarkt en deze bedrijven behouden.”

Martin Unfried, senior onderzoeker bij ITEM, legde uit hoe het juiste raamwerk kan bijdragen aan grensoverschrijdende samenwerking: “Ik heb het regelgevend kader van grensregio’s onderzocht. Er zijn nauwelijks grensoverschrijdende projecten op het gebied van duurzame energie en er zijn geen gedeelde windparken tussen Nederland, België en Duitsland. Het is interessant dat de richtlijn Hernieuwbare Energie plaats maakt voor regeringen om samen te werken, maar dat ze dit niet doen. Het gaat niet om EU-richtlijnen, maar om hun omzetting in de nationale wetgeving.”

Tot slot erkende Thaddeus Anim-Somuah, ingenieur en ambassadeur van het klimaatpact, dat zowel grensoverschrijdende regio’s als lidstaten en onderwijsinstellingen nodig zijn om geschoolde werknemers voort te brengen: “Kennis is op dit moment niet het probleem. We weten hoe klimaatverandering werkt, wat de oorzaak is en hoe je het kunt voorkomen. Het is allemaal onderzocht. We kunnen het halen. Het is geen vraag van “Is het mogelijk?”, maar van het daadwerkelijk doen met de juiste mensen. Als we meer bekwame mensen willen, moeten we ons allemaal inzetten. Niet één regio, één overheid, maar wij allemaal.”

Terugkijken

Heeft u het evenement gemist? U kunt het terugkijken via deze YouTube-video.

Door:

Femke Boersma, Huis van de Nederlandse Provincies


Recent Posts