De jaarlijkse staat van regio’s en steden in de EU voor 2023 is gepresenteerd

 In Regionale Economie

Het Europees Comité van de Regio’s heeft tijdens de Europese Week van Regio’s en Steden 2023 het EU-jaarverslag “De staat van regio’s en steden” gepresenteerd. Het jaarverslag kijkt onder meer naar centralisering van EU-fondsen, leegloop in plattelandsregio’s en regionale arbeidsparticipatie.

Staat van regio’s en steden

Het Europees Comité van de Regio’s heeft op 9 oktober 2023 tijdens de Europese Week van Regio’s en Steden (#EURegionsWeek) in Brussel het EU-jaarverslag “De staat van regio’s en steden” voor 2023 gepresenteerd. Dit is een decentrale variant van “De staat van de Unie”, de Europese “troonrede” die de Europese Commissie elk jaar in september geeft.

In het jaarverslag worden de decentrale overheden in de EU onder de loep genomen. Zo kijkt het jaarverslag naar de omgang van regio’s en steden met diverse crises, de voortgang op de klimaatdoelen en het cohesiebeleid en de rol van decentrale overheden voor de toekomst van Europa. Het jaarverslag omvat ook een uitgebreide enquête onder regionale en lokale politici in de EU.

Centralisering EU-fondsen

In de editie van 2023 vallen een paar zaken op. Zo signaleert het jaarverslag een tendens van centralisering bij bepaalde EU-fondsen, zoals de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (HVF). De HVF is in 2021 ingesteld om de Europese economie veerkrachtiger, duurzamer en digitaler te maken na de COVID-19 pandemie. Aan de hand van nationale herstelplannen, hebben landen aanspraak gemaakt op een deel van het budget van 723 miljard euro. In 2022 is besloten om de HVF in te zetten voor de financiering van het REPowerEU-plan. Hiermee is een extra dimensie aan de faciliteit toegevoegd: lidstaten gebruiken hun herstelplannen om de energietransitie te bekostigen.

De herstelplannen dienden in samenspraak met regionale en lokale overheden en stakeholders te worden opgesteld, aldus de HVF-wetgeving. Echter, meer dan 70% van de decentrale overheden in de EU verklaart niet betrokken te zijn geweest bij het opstellen en de implementatie van de herstelplannen. In Spanje verklaarde 49% van regionale en lokale politici betrokken te zijn geweest bij de implementatie van de HVF-gelden, het hoogste percentage in alle lidstaten.

Voor Nederland was dit 3%. Zo gaf 24% aan van het HVF af te weten, maar niet betrokken te zijn geweest. Maar liefst 66% gaf aan helemaal niet op de hoogte te zijn van het HVF, noch betrokken te zijn geweest. Daarmee is Nederland onderdeel van de top-3 landen waar decentrale overheden het minst betrokken zijn geweest bij de implementatie van het HVF, ondanks herhaalde oproepen van de Commissie en de vermelding in de HVF-wetgeving. Na meerdere oproepen en actieve pogingen van decentrale overheden en andere stakeholders om betrokken te worden bij het opstellen van het Nederlandse herstelplan, presenteerde de Nederlandse regering op 28 maart 2022 een conceptplan dat zonder samenspraak was ontworpen. 

Voor decentrale overheden zit hier een zorgpunt. In Brussel gaan veel stemmen op om ook de cohesiefondsen in te richten zoals het HVF. Het maakt regio’s die gebruik maken van de cohesiefondsen, zoals het Fonds voor de rechtvaardige transitie (JTF) en het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), erg afhankelijk van de nationale overheid. Zoals al duidelijk werd met het HVF, is het geen garantie dat een nationale overheid rekening houdt met de decentrale belangen. Voor decentrale overheden vraagt dit om een actieve vertegenwoordiging in Brussel.

Leegloop plattelandsgebieden

Een ander zorgpunt uit het jaarverslag, is de leegloop van plattelandsgebieden. Tegen 2033 zullen naar schatting 30 miljoen mensen plattelandsgebieden in Europa hebben verlaten, in vergelijking met 1993. Vooral jongeren en gezinnen trekken weg, waardoor plattelandsgebieden twee keer sneller vergrijzen dan stedelijke gebieden. Zeker in de landen aan de rand van de EU, zoals in Zuid-Europa of Oost-Europa, is dit een groot probleem, maar de trend is overal zicht- en voelbaar.

Om meerdere reden is deze leegloop zeer onwenselijk, aldus het jaarverslag. Allereerst zijn plattelandsgebieden van groot belang voor het behalen van de klimaat- en milieudoelstellingen. De leegloop bedreigt de groei van deze regio’s en daarmee de potentie van deze regio’s om grote transities te ondergaan. Als tweede versterkt de leegloop de vicieuze cirkel waar plattelandsgebieden in raken. Sociale voorzieningen en diensten verdwijnen, waardoor de leegloop komende jaren alleen maar sneller zal toenemen. Als derde en laatste vormt de leegloop een risico voor de democratie, omdat de mensen die in de plattelandsgebieden blijven, zich eerder in de steek gelaten voelen door lokale, regionale, nationale en Europese overheden en instellingen.

Voor Nederland komen deze aanbevelingen bekend voor. In april 2023 publiceerden de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli), de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) en de Raad Volksgezondheid & Samenleving (RVS) het advies “Elke regio telt!”. Hierin stellen de drie adviesraden dat de regionale verschillen in brede welvaart in Nederland steeds verder toenemen. Ze signaleren een verlies van voorzieningen en perspectief in landelijke regio’s, waarbij burgers zich steeds vaker niet gehoord voelen. Dit is een reden tot zorg, omdat voor de grote opgaven in de toekomst alle Nederlandse regio’s nodig zijn voor de aanpak. De drie adviesorganen spreken van een stapeling van achterstanden in bepaalde regio’s – vooral aan de randen van ons land.

Arbeidsparticipatie

Alhoewel regionale ongelijkheden afgelopen jaren niet zijn gewijzigd, zijn de regionale werkgelegenheidscijfers over het algemeen verbeterd. De werkgelegenheid in de EU heeft weer het niveau van vóór de COVID-19 crisis en de arbeidsparticipatie van vrouwen verbetert ook aanzienlijk. In de afgelopen twintig jaar worden twee van de drie nieuwe banen door vrouwen opgenomen.

Een positieve noot in het jaarverslag is dat Nederlandse regio’s het erg goed doen rondom arbeidsparticipatie. Alle Nederlandse provincies laten een “spectaculaire” groei zien, aldus het jaarverslag. Ze zijn samen met vijf Duitse regio’s de enige Europese regio’s met een arbeidsparticipatie van meer dan 80%.

Vertrouwen

Het EU-jaarverslag sluit af met de mededeling dat van alle overheidslagen, de lokale en regionale overheden als enige op meer dan 50% van het vertrouwen van Europese burgers kunnen rekenen. Sinds de peilingen in 2018 worden gehouden, is dit steevast het beeld. Het vertrouwen in lokale en regionale overheden blijft in de hele EU groeien en de regio’s en steden worden gezien als het bestuursniveau dat de burgers het meest en het meest consequent betrekt bij de politiek.

Dit gegeven versterkt de oproep van 91% van de respondenten om decentrale overheden meer en beter te betrekken bij de beleidsvorming van de EU en het debat over de toekomst van de EU.

#EURegionsWeek

De #EURegionsWeek is het grootste jaarlijkse evenement in Brussel gewijd aan regionaal beleid. Het is uitgegroeid tot een uniek communicatie- en netwerkplatform dat regio’s en steden uit heel Europa samenbrengt, waaronder politici, bestuurders, experts en academici. Tijdens deze week, die altijd half oktober plaatsvindt, organiseren (decentrale) overheden allerlei evenementen in Brussel.

Door:

Femke Boersma, Huis van de Nederlandse Provincies

Bron:

Jaarverslag 2023 van de EU over de staat van regio’s en steden  – Europees Comité van de Regio’s

Meer informatie:

Factsheet 2023 – Europees Comité van de Regio’s


Recent Posts