Europese lidstaten akkoord met strengere luchtkwaliteitsnormen, onderhandelingen beginnen

 In Agrofood, Duurzame & Gezonde Leefomgeving

De Europese lidstaten zijn akkoord met strengere EU-luchtkwaliteitsnormen. Dit betekent dat de onderhandelingen met het Europees Parlement gaan beginnen. De uitstoot van allerlei vervuilende stoffen moet tegen 2030 flink worden teruggebracht, maar de lidstaten pleiten voor meer flexibiliteit.

Strengere normen

De luchtvervuiling in de EU moet sterk worden teruggedrongen, aldus de Europese lidstaten. Echter, lidstaten moeten meer flexibiliteit krijgen om de grenswaarden voor luchtkwaliteit te behalen. De Commissie heeft voorgesteld om in 2030 te voldoen aan strengere grens- en streefwaarden voor luchtverontreinigende stoffen. Zo moet het aandeel fijnstof en stikstofdioxide minstens worden gehalveerd ten opzichte van de huidige grenswaarden. Uiteindelijk moet luchtvervuiling in 2050 naar nul worden teruggedrongen.

De Raad van de EU – de instelling waar de lidstaten samenkomen – houdt graag vast aan deze tussentijdse grenswaarden voor 2030, maar pleit voor uitstel van maximaal tien jaar (1 januari 2040), als het voor lidstaten onmogelijk blijkt om aan de grenswaarden te voldoen. Geldige redenen hiervoor zijn bijvoorbeeld locatie-specifieke karakteristieken voor de verspreiding van schadelijke stoffen, ongunstige weersomstandigheden of grensoverschrijdende factoren. Daarnaast wil de Raad dat lidstaten met een laag bruto nationaal product (bnp) en een hoog percentage huishoudens met een laag inkomen meer tijd kunnen krijgen, als blijkt dat het hen niet lukt om de grenswaarden in 2030 te bereiken. Het uiteindelijke doel van nulvervuiling in 2050 blijft ongewijzigd.

Dit is de belangrijkste wijziging van de Raad op het oorspronkelijke voorstel van de Europese Commissie. De lidstaten zijn daarmee net als het Europees Parlement uit op een versoepeling van het voorstel van de Commissie. Het Parlement kwam in september 2023 al tot een akkoord en stelde voor om de strengere grenswaarden pas in 2035 te laten gelden, met het jaar 2030 als tussentijds streven. Nu zowel het Parlement als de Raad een akkoord heeft bereikt, gaan de onderhandelingen over de definitieve wettekst beginnen.

Monitoren

De Raad pleit voor meer flexibiliteit als het aankomt op het beoordelen van de luchtkwaliteit. De Commissie wil lidstaten luchtkwaliteitsplannen laten opstellen als zij de voorgestelde grenswaarden overschrijden. Lidstaten vinden echter dat het gebruik van modelleringsapplicaties, ter aanvulling op vaste metingen, niet verplicht moeten zijn bij een overschrijding van de voorgestelde grenswaarden. Ook wil de Raad dat de Commissie de luchtkwaliteitsnormen uiterlijk in 2030 en dan zo vaak als nodig evalueert, om te kijken of ze nog wel effectief en haalbaar zijn. Op basis van deze evaluaties, kan de Commissie dan eventueel de normen weer herzien, door bijvoorbeeld nieuwe verontreinigende stoffen op te nemen of de termijnen aan te passen.

Het Parlement wil daarentegen strengere regels voor monitoring. Zo willen Europarlementariërs dat alle lidstaten een luchtkwaliteitstappenplan maken, niet enkel de lidstaten die grenswaarden overschrijden. Daarbij pleit het Parlement voor een flinke verhoging van het aantal bemonsteringspunten – het punt waar een meting van de luchtkwaliteit plaats vindt – in stedelijke gebieden.  Verder benadrukken de Europarlementariërs dat de versplintering aan luchtkwaliteitsoverzichten in de EU het niet makkelijk maken voor burgers om goede informatie te verkrijgen. Daarom moeten Europese indexen worden geharmoniseerd.

In de uiteindelijke onderhandelingen wordt bekeken hoe streng en grondig de monitoring van de luchtkwaliteit wordt.

Over de grens

Luchtverontreiniging blijft niet beperkt tot landsgrenzen. Een belangrijke aanvulling van de Raad op het voorstel is dat de samenwerking tussen lidstaten wordt opgeschroefd om vervuiling bij de bron aan te pakken. Lidstaten moeten nationale luchtkwaliteitsplannen met elkaar afstemmen en samen bronnen van luchtvervuiling in kaart brengen. Daarnaast voegt de Raad toe dat wanneer lidstaten bij de Commissie aangeven dat zij niet aan de grenswaarden van de luchtkwaliteit kunnen voldoen, vanwege vervuiling buiten van buiten de grens, de Commissie dit moet meenemen in de beoordeling of een lidstaat zich aan de regels van de grenswaarden houdt.

Decentrale overheden pleiten al langer voor een ambitieus Europees bronbeleid om de uitstoot in Nederland en in het buitenland te laten dalen, omdat ongeveer de helft van de Nederlandse gezondheidseffecten door luchtverontreiniging veroorzaakt wordt door buitenlandse uitstoot. In december 2021 reageerden de Nederlandse provincies en gemeenten op de openbare raadpleging van de Commissie over de nieuwe luchtkwaliteitsnormen met een gezamenlijk position paper. Hierin benadrukten zij dat gunstige afspraken over bronmaatregelen van groot belang zijn.

Context: Nulvervuilingspakket

De WHO heeft in 2021 nieuwe advieswaarden voor de hoeveelheid stikstofdioxide en fijnstof in de lucht gepresenteerd, als update op de advieswaarden die de WHO in 2005 had gepubliceerd. Om aan deze nieuwe advieswaarden te voldoen, die een stuk strenger zijn dan de advieswaarden uit 2005, kwam de WHO met tussendoelen voor de advieswaarden. Deze tussendoelen zijn bedoeld om gefaseerd de advieswaarden uit 2021 te halen.

In oktober 2022 presenteerde de Europese Commissie het nulvervuilingspakket: een beleidspakket met drie nieuwe voorstellen om de vervuiling van het milieu in 2050 naar nul terug te dringen. Een van de voorstellen was de herziening van de huidige Richtlijn voor Europese luchtkwaliteitsnormen. In het voorstel van de Commissie op de richtlijn te herzien, pleit de Commissie ervoor om in 2030 aan de WHO-advieswaarden uit deze tussendoelen te voldoen. Uiteindelijk moet het nulvervuilingspakket de opstap zijn naar nulvervuiling in 2050.

Luchtkwaliteit raakt aan de taken van decentrale overheden, die mede verantwoording dragen voor de monitoring en rapportering over de toestand van de luchtkwaliteit. Het Rijk, de provincies en de gemeenten streven er in het Schone Lucht Akkoord naar om in 2030 te voldoen aan de eerdere advieswaarden van de WHO uit 2005. Alleen door samen te werken, zijn de doelen te behalen. Sectoren op het gebied van onder andere milieu, onderzoek en innovatie, energie, mobiliteit en landbouw moeten een belangrijke bijdrage leveren aan de uitvoering van maatregelen. Dit vereist een grote inspanning van (decentrale) overheden om in samenspraak met alle relevante industrieën, stakeholders, bedrijven en burgers tot haalbare doch ambitieuze regels te komen.  

Door:

Femke Boersma, Huis van de Nederlandse Provincies

Bron:

Luchtkwaliteit: Raad klaar voor onderhandelingen over strengere EU-normen – Raad van de Europese Unie

Meer informatie:

Tijdens eerst plenaire zitting na zomer, kiest het Europees Parlement voor groen en schoon – Huis van de Nederlandse Provincies

Nulvervuilingspakket: luchtkwaliteit moet drastisch omhoog – Huis van de Nederlandse Provincies

Reactie Nederlandse regio’s op raadpleging EU-richtlijnen luchtkwaliteit – Huis van de Nederlandse Provincies


Recent Posts